Lettergreepwetten
Om te weten hoeveel lettergrepen een woord heeft en om te bepalen wat dan de lettergrepen zijn, kennen we in Nederland een aantal vaste regels. Wij noemen dat de lettergreepwetten. Zij vertellen je precies hoe je een geschreven woord in lettergrepen moet verdelen.
De 5 lettergreepwetten | |
---|---|
Wet 1: Iedere klinker of klinkercombinatie is de kern van een lettergreep. Dus: aantal klinker(combinatie)s = aantal lettergrepen | |
Wet 2: Als er één medeklinker tussen twee klinkers staat, hoort die altijd bij de volgende (=rechter) klinker. | o-ma |
Wet 3: Als er twee medeklinkers tussen twee klinkers staan, ‘verdelen ze het werk’. De eerste medeklinker hoort bij de eerste lettergreep, de tweede hoort bij de volgende (= rechter) lettergreep. | or-ka |
Wet 4: Als een woord is samengesteld uit twee of meer kleinere woorden, dan houdt ieder woord zijn eigen letters, als je in lettergrepen gaat verdelen. | olie-stel |
Wet 5: Voorvoegsels vormen altijd een aparte lettergreep. | ver-an-der |
Met de lettergreepwetten gaan we uit van de zichtbare structuur (lettergrepen) in woorden. Die is veel helderder en biedt veel meer zekerheid dan de auditieve structuur (klankgroepen) die leerlingen op school aangeboden krijgen. En als kinderen in groep 7 de afbreekregels moeten leren, zijn die ineens een fluitje van een cent.
De lettergreepwetten vormen een belangrijke stap in de opbouw van de logica pijler van ons spellinggebouw: alles wat een kind nodig heeft om vlot en foutloos te lezen en spellen.