Omgaan met frustraties; praktische tips

Omgaan met frustraties; praktische tips

Boeken die door de kamer vliegen, driftbuien, brutaal gedrag, weigeren en enorm veel strijd… Dat is wat veel ouders ervaren of vrezen als zij thuis met hun kind aan het werk gaan met taaloefeningen.

Niet zo gek; want je gaat meestal thuis oefenen als het op school niet voldoende lukt. En dat betekent vaak dat je kind er slechte ervaringen en associaties mee heeft.

Je kind gaat er misschien al vanuit dat niet lukt en heeft totaal geen motivatie het überhaupt te proberen. Als jij er dan als ouder toch iets mee wilt, kan dit bij jullie allebei voor frustraties zorgen!
Jij maakt je zorgen om de (taal)ontwikkeling en toekomst van je kind; je wilt immers niet dat het probleem nog groter wordt. En je kind wil van thuis oefenen waarschijnlijk niets weten.. Hoe doorbreek je deze negatieve spiraal?

Erkenning

Veel ouders reageren op het negatieve gedrag dat hun kind laat zien. Ze willen niet dat hun kind schreeuwt, laat staan met spullen gooit. Ouders willen gewoon dat hun kind luistert en zullen hun kind dan ook aanspreken op hun gedrag.

Zeer begrijpelijk, maar daar gaat het dus verkeerd bij de meeste ouders! Een kind reageert over het algemeen negatief als hij/zij ‘negatief’ aangesproken wordt. Als reactie op jou, laat je kind dus (weer) ongewenst gedrag zien, waar jij hoogstwaarschijnlijk weer negatief op reageert etc. Samen houden jullie dit dus onbewust in stand.

Achterliggende reden van (ongewenst) gedrag

Daarbij geldt ook dat je door continu te reageren op het negatieve gedrag dat je kind laat zien, voorbij gaat aan de achterliggende reden van dit gedrag.

Met weerstand, opstandigheid, weigeren en niet luisteren willen kinderen iets duidelijk maken. In dit geval zal dit te maken hebben met het oefenen. In de eerste plaats zal je kind het waarschijnlijk niet leuk vinden (dat zullen ze ook vaak noemen). Maar er zit vaak meer achter.

Bijvoorbeeld:

  • Ermee geconfronteerd worden het niet goed genoeg te doen (andere kinderen hoeven immers niet thuis te oefenen);
  • Bang zijn het niet te kunnen (dus er dan maar liever niet aan beginnen);
  • Zichzelf dom vinden (het voelt als falen als je iets wel probeert, maar niet voor elkaar krijgt);
  • Jou of juf niet teleur willen stellen (terwijl ze graag aan je verwachtingen willen voldoen).

Pas als je kind ervaart dat jij hem/haar serieus neemt en zich gehoord voelt, zal de weerstand afnemen. Het is dus van groot belang hier aandacht aan te besteden. Kort gezegd, heeft oefenen of hierop aansturen geen zin als je voorbij gaat aan de gevoelens en gedachten van je kind.

Begrip

Het ene kind kan goed aangeven waar hij/zij nu het meest last van heeft. Een ander kind lukt dit minder goed. Met aandacht besteden aan gevoelens en gedachten bedoel ik dan ook niet, eindeloos praten en net zo lang doorhameren tot je kind heeft verteld wat er is..Daarmee bereik je namelijk het tegenovergestelde; een nog meer gefrustreerd kind.

Wat je wel kunt doen is begrip tonen voor datgene waar je kind mee zit. Soms heb je zelf wel een idee en door dit te benoemen voelt je kind zich meer begrepen. Je kunt ook dingen zeggen als ‘ik kan aan je zien dat je echt geen zin hebt in oefenen, ik snap dat je liever iets anders wilt doen’ of ‘je hebt helemaal geen zin in oefenen he? Dat begrijp ik wel. Ben je bang dat het moeilijk is?’

Begrip tonen is niet hetzelfde als al het gedrag maar accepteren. Als je kind dingen stuk maakt of jou pijn doet bijvoorbeeld, geef je net als anders grenzen aan. Benoem dat je kind met dit gedrag niet bereikt wat hij/zij wil. Dat je snapt dat hij dit doet om niet te hoeven oefenen.

Ritueel

Om het saaie, stomme er een beetje af te halen (en vooral het beeld dat je kind dus heeft!), kun je samen met je kind bedenken hoe het leuker kan worden. Bijvoorbeeld de manier hoe je het aanpakt en wat je erná gaat doen, dat kun je samen met je kind bepalen!

Bedenk bijvoorbeeld wat jullie ná het oefenen gaan doen; iets wat je kind leuk of grappig vindt. Bijvoorbeeld: ‘na het oefenen zetten we altijd even harde muziek op en dansen we samen op ons allergekst’.
Of we zetten een hoedje op als we oefenen die je vervolgens als het klaar is als een frisbee de kast in mikt. Het gaat er hier om dat het iets is wat jouw kind aanspreekt (en wellicht zelf bedacht heeft), waardoor oefenen in een leuk, aantrekkelijk ritueel gevoegd zit.

Geef een reactie!Spreekt dit onderwerp je aan? Dan wil je het misschien met anderen delen of anderen laten horen wat je ervan vindt. Klik daarvoor op een van de share buttons hieronder of laat een reactie achter. Dank je wel!

Reactie plaatsen