Spelen met letters en woorden
Wij vinden het heel belangrijk om zoveel mogelijk te oefenen in de vorm van een spelletje.
Nu kwam ik laatst weer een heleboel leuke spelletjes tegen in een oud nummer van Onze Taal. Graag wil ik die met jullie delen. Ze zijn heel geschikt voor wat oudere kinderen.
Bij de spelletjes staat steeds een puntentelling, maar als je kind niet zo van wedstrijdjes houdt, hoef je die natuurlijk niet te volgen.
Kentekenwoorden
67-RKJ-1 = rokje
Kies samen een nummerbord uit, bijvoorbeeld 67-RKJ-1, en maak woorden die de letters RKJ bevatten. Het liefste ook in de volgorde waarin ze in het nummerbord voorkomen. Iedereen mag woorden roepen. Degene met het kortste woord met de letters in de juiste volgorde (bijvoorbeeld rokje), wint de ronde. Lukt het niemand om de letters in de juiste volgorde te houden? Dan mogen de letters door elkaar gehusseld worden (bijvoorbeeld jurk). Ook dan wint degene met het kortste woord.
Woordslang
Kleurpotlood, potloodstreep, streepjespyjama
Een variant op de letterslang… De eerste speler noemt een samenstelling, dus een woord dat bestaat uit twee zelfstandige naamwoorden, bijvoorbeeld kleurpotlood. De tweede speler neemt het laatste deel van het woord, plakt er iets achter en maakt er een nieuw woord van (potloodstreep). De volgende pakt daar weer het laatste deel van en maakt daarna een nieuw woord (streepjespyjama), enz. Als je geen woord meer kunt bedenken, heeft degene die het laatste woord had bedacht een punt. Beperk eventueel de nadenktijd ;-).
De keizer van China
‘… houdt wel van appels, maar niet van bananen’
Een van de spelers bedenkt iets taligs waarvan een denkbeeldige keizer van China zou houden, bijvoorbeeld: woorden die beginnen met een a, waar een b in zit of die eindigen op een s. Of woorden die 4 letters hebben of twee lettergrepen. Je kunt het zo makkelijk of moeilijk maken als je zelf wilt.
Stel dat het gaat om woorden die beginnen met een a. Dan zegt degene die de regel heeft bedacht: “De keizer van China houdt wel van appels, maar niet van bananen.” De andere spelers mogen vervolgens vragen stellen als: “Houdt de keizer van China van aardbei?” De eerste speler beantwoordt alle vragen. Degene die de voorliefde van de keizer raadt, verdient een punt.
Verhaal maken
“Er was eens een meisje”
Dit spel draait niet om punten, maar om het gezamenlijk maken van een verhaal. Iemand begint met een zin (“Er was eens een meisje”) , de volgende haakt hierop in en gaat door met het verhaal (“Dat moest vroeg opstaan”), waardoor een avontuur ontstaat met allerlei onverwachte wendingen.
Achteruit spellen
Fiets: s-t-e-i-f
Speler 1 noemt een woord (bijvoorbeeld fiets). Hoeveel letters dat woord mag hebben, is afhankelijk van de speler die het woord moet gaan spellen! Speler 2 moet dit woord achterstevoren spellen: s-t-e-i-f . Als die dat foutloos binnen 10 seconden doet, verdient hij een punt. Speler 2 bedenkt na afloop van zijn beurt een nieuw woord voor de volgende speler.
Let op: het is niet de bedoeling om het woord achterstevoren uit te spreken. Om wat dit betreft verwarring te voorkomen, is het extra belangrijk dat je spelt met alfabetletters en niet met de klanknamen van de letters (dus ef-i-e-tee-es > es-tee-e-i-es). Dit lukt alleen als je het woord dat je gaat spellen goed voor je ziet!