Ik ga op reis en ik neem mee...
Je kind leert op school om vooral goed naar woorden te luisteren. En om vervolgens aan iedere klank een letter te koppelen. Helaas werkt dat niet altijd voor Nederlandse woorden. Daarom moet heel veel woorden 'gewoon' onthouden' hoe je het schrijft. Maar hoe doe je dat nu?
Je maakt daarvoor gebruik van je visuele geheugen. Dat heeft iedereen!
En het heeft niks met beelddenken te maken. Ieder kind vindt op een vol schoolplein zijn of haar eigen vader of moeder. Tussen tientallen andere ouders.
Is dat moeilijk? Nee, natuurlijk niet.
Je kind 'weet' hoe mama of papa eruit zien, omdat hij daar een voorstelling van heeft. Hij ziet hen in gedachten voor zich. Onbewust...
Dat visueel geheugen is ijzersterk. Je weet je vaak nog dingen van heel lang geleden te herinneren.
Jullie weten nog precies hoe het vakantiehuisje van deze zomer eruit zag, maar zelfs nog waar daar de koeltrommel stond, of hoe je moest lopen om bij het zwembad te komen.
Van dat sterke visuele geheugen kunnen we ook gebruik maken om bewust dingen te onthouden.
In een spelletje gaan we ontdekken hoe dat werkt:
Ik ga op reis en ik neem mee….. (onbeperkt aantal spelers)
Iedereen kent dit spel: de eerste speler zegt:
Ik ga op reis en ik neem mee: een zwembroek.
De tweede speler herhaalt en voegt iets toe:
Ik ga op reis en ik neem mee: een zwembroek en een duikbril.
Dan is de volgende aan de beurt:
Ik ga op reis en ik neem mee: een zwembroek, een duikbril en een ……… (voeg wat nieuws toe).
Ieder volgende speler herhaalt de reeks en voegt één ding toe.
De kunst is dus: ONTHOUDEN!!!!
Hoe kun je dit nu het beste doen?
Bij ieder voorwerp dat genoemd wordt, probeer je een zo scherp mogelijk visueel beeld te krijgen: welke kleur heeft die zwembroek? Zie je hem echt voor je (hoe ziet jouw eigen zwembroek eruit? Kun je die beschrijven?).
Stel je voor dat je hem ziet liggen…. bijvoorbeeld op je handdoek op het strand.
Wat ligt er naast die zwembroek? Die duikbril natuurlijk! Hoe ziet die er uit: is het zo’n grote, die over je neus past? Of zijn het twee van die aparte rondjes? Welke kleur heeft hij?
Moedig je kind(eren) aan om het plaatje zo duidelijk mogelijk ‘voor ogen’ te krijgen.
Je kunt dat doen door hem de voorbeeldvragen van hierboven te stellen over kleur, model, afmetingen enzovoort.
Wat kan er nog meer naast die zwembroek en die duikbril op de handdoek liggen? Dat kan het volgende voorwerp in het rijtje zijn…..
Maar je mag ook iets heel anders kiezen. Bijvoorbeeld: een tandenborstel. Maar dan moet die ook precies beschreven worden… welke kleur? Waar ligt ie? Wat ligt er naast?
Als spelend zul je merken dat je geen ‘losse flodders’ hoeft te onthouden, maar samenhangende plaatjes. En dat het visuele beeld dat je daarbij maakt, enorm helpt.
De eerste paar keer speel je het op die manier ‘samen’, waarbij je je kind coacht. Beschrijf ook je eigen visuele plaatjes voor hem. Hij moet het voorwerp dat jij noemt ook in ‘zijn eigen plaatje' opnemen. Daarna laat je het hem zelf op die manier doen (vraag af en toe of hij een plaatje in zijn hoofd heeft). En kijk niet verbaasd, als je kind het spel dan dik van je wint!
Veel plezier!
Jorien en Margit
En? Hoe ging het? Deel je het met ons hieronder :)