Spelling oefenen met woordkaartjes is veel leuker dan met werkbladen of de snappet.
Maar ja, die kaartjes met woorden om te oefenen komen niet uit de lucht vallen.
Soms ben je uren bezig bent met het verzamelen van de juiste woorden, het maken van de woordkaartjes, het printen en het knippen.
En geloof me, ik spreek uit ervaring.
Niet zo vreemd dus, dat we heel vaak horen:
Hoe kom ik aan woordkaartjes van het juiste niveau?
Een logische vraag.
Want je wil het natuurlijk niet te moeilijk maken, maar ook niet te makkelijk. En oefenen moet, maar het liefst wil je die dingen oefenen waar je ook direct profijt van hebt in de lessen waar een kind nu in de klas mee bezig bent.
Want zeker als het ook nog over meerdere kinderen gaat die allemaal een ander niveau hebben, dan ben je wel even bezig.
En je hebt wel wat anders te doen, toch?
Jazeker! Maar hoe dan?
Zet je kind zelf aan de slag!
Ze moet bij het maken van de kaartjes goed kijken naar de woorden en heel nauwkeurig werken. Allemaal heel nuttig voor spelling. En je geeft haar meer verantwoordelijkheid over haar eigen leerproces, waardoor ze ook meer betrokken is. Doordat het zo anders is dan een werkblad of de snappet, voelt het bovendien veel minder als oefenen.
win-win-win dus 🙂
Ik heb een kort instructiefilmpje gemaakt. We hebben ook een template dat je kunt gebruiken voor de woordkaartjes.
Misschien dat ze het de eerste keer nog niet helemaal zelf kunnen, en misschien dat je jongere kinderen wat langer moet helpen. Maar neem ze het werk niet te snel uit handen. Het verzamelen van de woorden en het overschrijven of intypen is al een intensieve activiteit die ze dwingt om goed te kijken naar de woorden. Wat ons betreft telt dat al als 1 dag oefenen. En het knippen is juist weer even motorisch bezig zijn.
En hoe weet ik dan dat het goed gebeurt?
Het enige dat echt belangrijk is (en wat ik vergeten ben te zeggen in het filmpje ;-)), is de controlestap. Die doe je samen! Je legt het kaartje onder hetzelfde woord in de lijst. Je kijkt letter voor letter of het woord overeenkomt met het woord dat is getypt of geschreven. Bij iedere letter zeg je de alfabetnaam. Dan weet je ook zeker dat je alle letters hebt gehad en dat er nergens letters zijn verwisseld.
De controlestap doe je bij de getypte woorden voordat je print. Heeft een kind de woorden geschreven? Controleer dan de geschreven woorden voordat je gaat oefenen.
Verbeter de woorden zodat je zeker weet dat de woorden op de kaartjes goed geschreven zijn.
Je wilt natuurlijk niet gaan oefenen met fout gespelde woorden!
Wat nou, als een kind de woorden die deze week geoefend moeten worden helemaal niet moeilijk vindt?
Maar andere woorden eigenlijk wel?
Praat er samen over!
Kan je kind benoemen welke woorden hij lastig vindt? Helemaal top.
Vindt hij of zij dat lastig? Ga dan helpen zoeken. Kijk naar dictees of ander schrijfwerk. Fouten zijn fijn, want die geven een kans om iets te leren. Nu heeft je kind wel jouw hulp nodig voor het maken van een lijst met de goed gespelde woorden.
Zie je heel veel dezelfde soort fouten? Kijk dan eens op basisonderwijs.online/spellingwerkbladen.html.
Daar kun je allerlei woordenlijsten vinden van alle methodes en alle soorten spellingmoeilijkheden. Je kunt zelfs direct woordkaartjes uitprinten. Zoek wel samen met je kind, zodat hij of zij de leiding houdt over welke kaartjes er komen.
Veel succes!