Het zal je maar gezegd worden!
Je ploetert elke dag met lezen en spelling.
Je oefent veel meer dan andere kinderen – althans zo voelt het.
En dan zegt er ineens iemand dat het gewoon niet genoeg is…
“Er wordt gewoon niet genoeg geoefend” staat er ineens met grote letters in de krant.
Voor veel kinderen en hun ouders voelt dat als een klap in het gezicht.
Daarom denken wij dat enige nuancering op zijn plek is, vanuit de visie van Taalkanjer.
Alleen maar meer oefenen, gewoon stampen, zoals mevrouw Bosman het noemt in haar artikel, heeft geen zin.
Zomaar extra oefenen – dat is als proberen met een hamer een schroef in de muur te slaan. Het zal uiteindelijk wel lukken. Maar het kost veel moeite, je beschadigt waarschijnlijk de muur en je schilderij dondert misschien naar beneden. En dat allemaal terwijl er beter gereedschap voorhanden is.
De oplossing ligt in de visie van Taalkanjer niet in MEER oefenen, maar in BETER oefenen.
Wij vinden wel degelijk dat er iets ontbreekt in de manier waarop lezen en spelling op school aangeboden worden. Maar het ligt niet aan de inspanning die door ouders, kinderen EN leerkrachten geleverd wordt!
Lezen zonder woordbeeld blijft ploeteren
Voor het overgrote deel van de kinderen is er niks aan de hand. Die leren lezen en schrijven dankzij (of ondanks) de methode waarmee ze les krijgen. Voor deze kinderen zijn de methodes gemaakt.
Maar een flink deel van de kinderen heeft meer nodig.
Voor hen is de manier waarop lezen en spelling worden aangeboden niet voldoende.
Op school moeten kinderen de letters stuk voor stuk aan een klank koppelen en daarna die klanken samenvoegen tot één geheel. Pas als ze het geheel HOREN, weten ze wat er staat en kunnen ze er betekenis aan geven.
Tijdens dit proces worden woorden dus letter voor letter geanalyseerd. Als je een woord voor de eerste of tweede keer leest, is dat heel normaal. Maar als het daarna ook zo blijft, dan is dat een probleem. Want op den duur is deze manier van lezen inspannend, tijdrovend en gevaarlijk: het risico op fouten is groot.
Herken jij dat jouw kind (of jouw leerling) blijft steken in dit moeizame en frustrerende proces bij jouw kind?
Dan weet je dat het beter ‘gereedschap’ nodig heeft: jouw kind blijft – veel langer dan nodig is – afhankelijk van moeizaam ontcijferen, omdat het geen woordbeelden opslaat.
Er ontstaat een Negatieve Spiraal
Als jouw kind een woord dus opnieuw tegenkomt, dan denkt zijn/haar brein niet: “He! Dat heb ik eerder gezien!!” Dus gaat het brein weer opnieuw ontcijferen… weer traag en moeizaam, weer met risico op fouten. Als je zo moet lezen is het niet leuk, want door al jouw geploeter om de tekst te ontcijferen, heb je geen tijd/energie/aandacht om ook nog tot je te laten doordringen waar het eigenlijk over gaat.
Lezen gaat dan niet meer over leuke informatie of een spannend verhaal, maar is alleen maar woord voor woord door de tekst heen zwoegen, alsof je door een spannend museum loopt met een blinddoek voor. Je krijgt niks mee van al het moois.
Je kind loopt hierdoor het risico om in een negatieve spiraal terecht te komen: doordat het niet leuk meer is, leest je kind minder en loopt de achterstand op. Daardoor kan het niet de boeken lezen die aansluiten bij zijn / haar belangstelling, waardoor lezen ook nog eens saai wordt. Gevolg: nog minder lezen en de achterstand groeit.
Want natuurlijk moeten alle kinderen veel oefenen, maar als het je relatief makkelijk afgaat en je leesniveau stijgt mee met je belangstellingsniveau, dan krijg je die oefening vanzelf.
En belangrijker: het voelt niet als oefenen.
Vanaf het allereerste begin moeten we dus zien te voorkomen dat kinderen in deze negatieve spiraal terecht komen.
Spellen op je gehoor OF spellen met je oren dicht?
Op school leert je kind woorden in klanken op te delen en aan die klanken letters te koppelen die een klanknaam hebben. Denk aan buh-oo-mmm dat geschreven wordt met letters die ook ‘buh’, ‘oo’, en ‘mmm’ heten. Op deze manier is spelling puur een auditief proces: klank voor klank analyseren en omzetten naar letters.
Met ook hier weer hetzelfde geploeter: op deze manier spellen is moeizaam, tijdrovend en het risico op fouten is levensgroot. Want je kunt zomaar trijn, nigt, kaud, boomen of hont op papier zetten en dan kan niemand zeggen dat je niet goed geluisterd hebt.
Voor vlot en foutloos spellen hebben we datzelfde woordbeeld nodig dat bij lezen ook zo onmisbaar is!
Dat moet ontstaan als een woord een paar keer gelezen of geschreven is. Tijdens het normale proces van leren lezen en schrijven worden die woorden automatisch opgeslagen – dat geldt voor de grote meerderheid van de kinderen waar ik eerder over sprak.
Een klein gespecialiseerd gebiedje in ons brein is hiervoor verantwoordelijk. Dit is al meerdere malen wetenschappelijk aangetoond.
Als je brein weet hoe een woord eruit ziet dan herken je het bij het lezen in milisecondes. Gewoon “BAM” en je weet wat er staat. En bij het schrijven ‘zie’ je gewoon dat trijn er raar uitziet en dat het eigenlijk trein moet zijn. En je weet dat je sneeuw moet schrijven en leeuw, in plaats van sniw en luew.
Je oren kunnen je hierbij NIET helpen – sterker nog – ze brengen je op een dwaalspoor.
Daarom zeggen we bij Taalkanjer dat woordbeelden de sleutel zijn bij zowel lezen als spelling.
Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die moeite hebben met leren lezen en spellen die woordbeelden NIET opslaan.
Zij blijven dus afhankelijk van moeizaam ontcijferen bij lezen en zij blijven twijfelen (tweifelen?) over de schrijfwijze van woorden.
Zij missen als het ware interne ‘spiekbriefjes’.
Sinds een aantal jaren werken wij samen met Olive Hickmott uit Engeland.
Zij ontwikkelde een unieke methode om kinderen (en volwassenen!) te helpen met het opslaan van visuele woordbeelden.
Wij haalden die methode naar Nederland en bieden haar aan op scholen en aan ouders. Daarmee kunnen zij kinderen helpen om wel een innerlijke visuele representatie (spiekbriefje) te maken van aangeboden woorden.
En daarmee hebben deze kinderen, die nu zo hard oefenen en daarmee onvoldoende resultaat boeken, een instrument in handen om wel die gehoopte grote stappen te gaan zetten.
Zodat niemand meer kan zeggen dat ze ‘gewoon niet genoeg geoefend’ hebben!
Om eens te kijken of onze aanpak iets is voor je kind, kun je samen het “Wat je eigenlijk niet mocht weten, maar wat je stiekem toch weet”-spel aanvragen.
Met het aanvragen van het kwartet geef je ons toestemming
om je een aantal mails te sturen.
Omdat wij je absoluut niet willen spammen,
kun je je op ieder moment weer afmelden!
miranda
op 16 Feb 2017Margit en Jorien TaalKanjer
op 16 Feb 2017Karin
op 16 Feb 2017Margit en Jorien TaalKanjer
op 16 Feb 2017