Breinonderzoek
Er wordt steeds meer wetenschappelijk breinonderzoek gedaan naar het proces van (leren) lezen en spellen.
Verschil tussen lezen van nieuwe woorden en bekende woorden
Aan de Universiteit van Georgetown (Washington) keken onderzoekers hoe lezers omgaan met ‘nieuwe’ woorden en met ‘bekende’ woorden. Men ontdekte het volgende:
“Als we een woord eenmaal een paar keer ontcijferd hebben [3 à 4 keer], dan ziet ons brein het als een plaatje en niet als een groep letters die ‘geanalyseerd’ moeten worden.
De woorden worden opgeslagen in wat in het Engels The Word Form Area (WFA) genoemd wordt (in de visuele cortex, achter in ons brein), wat wij graag vertalen als: ons mentale visuele woordenboek.
En dat woordenboek groeit en groeit!! Want nieuwe woorden worden al heel snel bekende woorden.
Alle woorden in het woordenboek kun je dan zonder analyseren lezen. En als het woordbeeld stevig genoeg is, kun je dat ook gebruiken voor spelling.
Verschil in breinfunctie tussen vlotte lezers en mensen met dyslexie
Een andere onderzoekster (Sally Shaywitz – Overcoming Dyslexia) deed met fMRI onderzoek naar het functioneren van het brein van lezers en ze vergeleek daarbij mensen die gewoon vlot (hebben leren) lezen en mensen die dyslectisch zijn.
Zij zag dat normale lezers het visuele gedeelte van hun brein inschakelen bij het lezen (gele gebiedje = WFA), terwijl bij mensen die zwak lezen en spellen vooral het auditieve gebied (groen) (over)actief is.
Beide onderzoeken wijzen er dus op dat lezen in wezen een visueel proces is.