Heeft mijn kind dyslexie?
Toen onze zoon in groep 6 zat, verveelde hij zich regelmatig: hij had zijn werk altijd snel af en vaak tijd over. Zijn meester wist de oplossing:
Hij mocht, als hij klaar was met zijn reguliere werk, een werkstuk schrijven. Ik zou het ‘werkstuk’ misschien nog ergens kunnen vinden:
Ons Zonnestelsel
Verder dan de titel is hij nooit gekomen….
Maar het probleem was opgelost: Hij was nooit meer voortijdig met zijn werk klaar! Daar zorgde hij wel voor… Hij had een bloedhekel aan lezen en een nog grotere hekel aan schrijven. Dus hij zag dat werkstuk totaal niet zitten!
Had onze zoon dyslexie??
Vroeger kon men – met het dyslexieprotocol in de hand – pas ‘ja’ antwoorden op zo’n vraag, als je kind een achterstand had van TWEE JAAR. Tot die tijd werd er niet officieel actie ondernomen.
Gelukkig is die norm losgelaten. Eerder ingrijpen is dus mogelijk. Tegenwoordig komt een kind in aanmerking voor een dyslexie-onderzoek als het 3 keer een E-score gehaald heeft op de halfjaarlijkse citotoetsen van het leerlingvolgsysteem. Maar al bij de eerste E-score moet de school actie ondernemen en een werkplan opzetten.
Maar voor 3 E-scores heb je wel anderhalf schooljaar nodig, want een kind wordt maar twee keer per jaar getest. Zit daar bijvoorbeeld nog een D-score vóór, dan kan je stellen dat je kind toch al behoorlijk lang aan het tobben is, voor er een dyslexie-onderzoek kan worden uitgevoerd.
Maar…. ook als je kind helemaal geen E-scores haalt, maar bijvoorbeeld C-scores, kan JIJ het gevoel hebben dat hij onder zijn eigen niveau presteert. Zeker als bij ander vakken, zoals rekenen, de scores (veel) hoger zijn. Onze zoon heeft nooit lager dan een C gescoord voor spellen en lezen, maar voor rekenen waren het altijd A’s. Onze vraag aan school of hij mogelijk dyslexie had (zijn oudere zus heeft het ook), werd dus altijd weggewuifd. Wij moesten vooral geen spoken zien, hij deed het toch prima!
Ook je kind kan het gevoel hebben dat het onder zijn of haar niveau presteert: het enthousiasme voor school daalt, je kind zit niet lekker in zijn vel. Hij raakt gefrustreerd doordat hij de logica niet ziet en wat de ene keer goed lijkt te zijn is de andere keer fout. Of doordat hij in een groepje ‘zwakke’ leerlingen moet meedraaien voor extra instructie. Dat hakt in op zijn zelfbeeld, zeker als je kind zichzelf nooit als ‘zwakke leerling’ gezien heeft.
Het uitgangspunt van Taalkanjer is:
Als een kind steeds moet nadenken over HOE hij iets moet schrijven, waardoor hij geen tijd heeft om na te denken over WAT hij moet schrijven, dan heeft hij een probleem! En hoe je dat probleem noemt (wel of geen dyslexie…) vinden wij niet zo boeiend!
Als je steeds moet nadenken over dat “HOE” je iets moet schrijven, heb je grootste moeite om je gedachten op papier te krijgen: de zojuist bedachte volzin glipt weg uit je geheugen zodra een spellingsprobleem de aandacht vraagt. Daarbij maakt het niet uit of het er uiteindelijk spelfouten gemaakt worden ja of nee…..
Schrijven wordt dan een worsteling.
Datgene waarvoor schrijven bedoeld is, namelijk je gedachten toevertrouwen aan papier (of het scherm van je computer), komt niet uit de verf. Alles wat je moet schrijven vraagt TE veel aandacht en het resultaat valt tegen: de woordenschat is beperkt (moeilijke woorden worden vervangen door makkelijke), de zinsbouw is beperkt (vloeiende volzinnen zijn vervlogen voor ze op papier komen) en de inhoud is beperkt (schrijven kost zoveel inspanning dat de schrijver het snel opgeeft).
Dictee
Een geregeld, liefst wekelijks gegeven zinnendictee vertelt ons hoe onze leerling ervoor staat: gaat het schrijven al op de automatische piloot (zoals het zou moeten) of zien we dat het ‘hoe’ nog zoveel moeite kost, dat het ‘wat’ er nog bij inschiet.
Wij gaan er vanuit dat een leerling een zin na één keer voorlezen moet kunnen opschrijven.
Laatst was Y. (groep 7) bij mij:
Ik dicteerde de volgende zin:
“Ga eens gauw dat nieuwe recept bij de apotheek halen.”
Waarbij ik natuurlijk vooral bij de woorden recept en apotheek problemen verwachtte.
Hij schreef:
Ga eens g en toen stokte zijn pen.
Tegen de tijd dat hij besloten had dat hij ‘gauw’ met a-u-w ging schrijven, was hij vergeten wat ik gezegd had. Natuurlijk heb ik toen de zin nog een keer voorgelezen.
Maar stel dat iets dergelijks Y was overkomen bij de eerst zin van zijn werkstuk. Dan was hij niet ver gekomen!
Lezen wordt een uitputtingsslag
Als je teveel woorden nog moet ontcijferen of ‘vertalen’, omdat je ze niet ‘in een oogopslag’ herkent (visueel woordbeeld) dan is het onmogelijk om je te concentreren op de inhoud van de tekst die je leest. Je hebt je door een halve bladzijde heengewerkt en je hebt geen idee wat er staat! Laat staan dat je de tekst kunt samenvatten of dat je er proefwerkvragen over kunt beantwoorden.
Dus had onze zoon dyslexie?
JA! (En NEE!)
Waarom wel?
Uiteindelijk is hij pas in 3 VWO getest. Toen kreeg hij een officiele dyslexieverklaring. Dat was voor hem in zoverre belangrijk dat hij zonder die verklaring was blijven zitten op de onvoldoendes die hij haalde voor Frans en Duits. Nu kreeg hij de mogelijkheid om ze te compenseren. Gelukkig verdween gaandeweg zijn antipathie voor lezen, omdat zijn nieuwsgierigheid het won. Hij studeerde af aan een Universiteit in Nederland en studeert nu verder in Amerika.
Waarom niet?
Ik ben ervan overtuigd dat hij in de war geraakt is doordat hij op school de letters met een klanknaam leerde benoemen. Hem is nooit op een logische manier uitgelegd waarom hij de o-klank in boom anders moest schrijven dan de o-klank in bomen. Hij maakte dus fouten als: ‘Wij loopen naar huis‘ of ‘ik lop naar huis’.
Hem is nooit expliciet aangeleerd om de woorden als visueel woordbeeld op te slaan, terwijl het een heel visueel ingesteld kind was. Als ik toen geweten had wat ik nu weet, had ik hem een hoop ellende kunnen besparen.
Taalkanjer vindt het label ‘dyslexie’ niet belangrijk.
Wij vinden het vooral belangrijk dat kinderen op school de informatie en de hulp krijgen die ze nodig hebben. Als het ontbreken van een dyslexieverklaring betekent dat de school niets hoeft te doen aan de problemen met lezen en spellen, dan kan het handig zijn om je kind te laten testen. Maar over het algemeen zal een test op de basisschool alleen maar bevestigen wat je al wist: dit kind heeft een achterstand. De test zal geen enkel probleem oplossen.
Pas op de middelbare school kan een dyslexieverklaring nuttig zijn, om de ergste drempels voor een kind weg te nemen. Ook daar biedt de test op zich geen oplossing.
Taalkanjer vindt ook de cito-scores niet zo belangrijk.
Wij vinden dat kinderen vanaf het begin de juiste informatie moeten krijgen. Als ouder kun je daaraan bijdragen. Je kunt op dag 1 starten en je hoeft niet te wachten op E-scores en actieplannen en testen. Als jij ziet dat je kind in verwarring is, dan kun je meteen ingrijpen. Er staat genoeg informatie op deze site en als je graag advies van ons wilt, dan ben je van harte uitgenodigd om contact met ons op te nemen.
Zie jij dat jouw kind zodanig problemen met lezen en of spelling ervaart dat het frustratie oplevert? Dan moet je wat doen! En niet wachten op (nog meer) E-scores….
Neem contact met ons op!