Is oefenen met bloon of flitsen nuttig?

Tijdens onze webinars en in gesprekken met ouders krijgen we regelmatig de vraag of het nuttig is om kinderen op de computer te laten oefenen met bijvoorbeeld bloon of flitsen.

Voor het geval je niet weet wat dat is: bij flitsen (of flitslezen) worden letters of woorden getoond en moet je kind deze zo snel mogelijk herkennen en vervolgens zeggen of typen. De snelheid kan door het kind bepaald worden, maar ook door de computer. Flitsen kan een prima oefening zijn voor de DMT (Drie Minuten Toets):  een toets waarbij je kind in drie minuten zoveel mogelijk woorden van een bepaald leesniveau moet lezen.

Bij BLOON (Bekijken Lezen Omdraaien Opschrijven Nakijken) kijkt je kind eerst naar een woord en dan leest hij het bewust. Als hij het voor zijn gevoel goed gelezen heeft, laat hij het woord verdwijnen en vervolgens schrijft hij het op of typt hij het in. Als laatste stap kijkt hij zelf na of hij het goed heeft geschreven. Je kind bepaalt zijn eigen tempo.

Beide methodes gebruiken het beeld dat je kind heeft van een woord. Het doel is natuurlijk om dit woordbeeld vervolgens te onthouden, zodat het voortaan goed geschreven wordt.

Helemaal top!

Waarom werkt het dan toch niet altijd even goed?

Waarom gaat het oefenen zelf eigenlijk best wel ok, maar blijven de woorden toch niet goed hangen?

Waarom schrijft je kind de ene keer een woord goed en de volgende keer toch weer fout?

Het woord wordt toch tijdens het oefenen aangeboden en hij kan er zo lang naar kijken als hij wil…

Heel simpel: je kind weet niet goed hoe hij het woordbeeld in zijn langetermijngeheugen moet opslaan. Hij leest het wel, maar het woord wordt niet bewust als plaatje in zijn hoofd opgeslagen.  Hij ziet als het ware een visuele echo van het woord, maar het woord blijft niet echt hangen. Het werkt dus wel op de korte termijn, maar niet op de lange.

Vergelijk het met je computer: het woord wordt wel opgeslagen in het werkgeheugen, maar niet op de harde schijf. Dus als je kind wat anders gaat doen, verdwijnt het woord uit het werkgeheugen en moet hij de volgende keer weer opnieuw beginnen.

Als hij later op school de woorden in een dictee moet opschrijven, dan mist hij het gebruik van zijn eigen visuele spiekbriefje. Hij valt dan weer terug op zijn oude methode: opschrijven wat je hoort. En soms leidt dat naar de goede oplossing, maar een andere keer naar de verkeerde.

Het is dus heel erg belangrijk dat je kind leert hoe hij bewust woorden in zijn langetermijngeheugen opslaat. Dan kan hij ze later moeiteloos oproepen als hij ze nodig heeft.

Meer hierover lees je in het artikel Spiekbriefje in je hoofd.

En om even terug te komen bij de vraag aan het begin: “Heeft oefenen met bloon of flitsen zin?” Dan is het antwoord: jazeker, op voorwaarde dat je kind weet hoe hij de woorden die hij voorgeschoteld krijgt in zijn visuele geheugen opslaat. Want daarna kan hij ze prima zelf oefenen. En het leuke is, dat hij ze dan waarschijnlijk allemaal goed heeft!
En, nog een heel andere voorwaarde: je kind vindt het leuk om op de computer te oefenen 😉